• De indirecte vrije schop zorgt nog wel eens voor verwarring. Daarom leggen we deze maand uit wanneer een scheidsrechter een indirecte vrije schop kan toekennen.

  • Een indirecte vrije schop wordt toegekend aan de tegenpartij, indien een doelverdediger, binnen zijn eigen strafschopgebied, één van de vier hieronder volgende overtredingen begaat: 

    1. langer dan zes seconden de bal in zijn handen houdt, voordat hij deze weer in het spel brengt; 
    2. de bal weer met de handen aanraakt, nadat hij deze in het spel heeft gebracht, zonder dat deze is geraakt door een andere speler; 
    3. de bal met de handen aanraakt, nadat deze hem doelbewust door een medespeler met de voeten is toegespeeld; 
    4. de bal met de handen aanraakt, nadat hij deze rechtstreeks heeft ontvangen uit een inworp genomen door een medespeler. 

      Een indirecte vrije schop wordt ook toegekend aan de tegenpartij, indien een speler naar het oordeel van de scheidsrechter: 
    5. speelt op een gevaarlijke wijze; 
    6. een tegenstander in diens loop belemmert; 
    7. voorkomt dat de doelverdediger de bal uit zijn handen in het spel kan brengen; 
    8. een andere overtreding begaat, niet elders genoemd in Regel 12, waarvoor het spel wordt onderbroken om een speler te waarschuwen of van het speelveld te zenden. 


    Een indirecte vrije schop wordt genomen vanaf de plaats waar de overtreding plaatsvond. (zie Regel 13 - Plaats van de Vrije Schop.)
    Een indirecte vrije schop wordt door de scheidsrechter altijd aangegeven doordat hij/zij de arm recht omhoog in de lucht steekt (zie afbeelding).